Bijtjes horen erbij
De natuur gaat in Geestmerloo altijd voor. Niet alleen op de grond, maar ook in de lucht. Alles is immers één geheel. Wij zijn dan ook supertrots op onze twee nieuwe bijenkasten. Sinds deze in gebruik zijn genomen, is onze samenwerking met Imker Wout een feit. Hij weet alles van bijen én van bloemen.
“Het mooie van imker zijn, is dat je niet alleen de bijen heel goed leert kennen”, vertelt Wout Schröder (43) uit Alkmaar, “Je gaat de hele omgeving door veel mooiere ogen zien. Alle vroegbloeiers, laatbloeiers, je leert zoveel. Op Geestmerloo zijn mens en natuur heel erg met elkaar verweven. Het is een mooi gebied, waar het hele seizoen veel in bloei staat. Niet alleen hier, maar ook op het naastgelegen Geestmerambacht en in de tuinen van de wijk Daalmeer.”
Bijen en omgeving: win-win
De honingbijen doen ook iets terug: “Zij zorgen voor meer zaadvorming bij bloemen en bomen, dus in de buurt van bijenkasten zie je vaak een betere oogst”, aldus Wout, die eigenlijk kok is, maar steeds meer in het imkeren is gegroeid. Als liefhebber van streekproducten begon het met een zoektocht naar de juiste biologische honing. Dat ging al snel over in een cursus, veel praten met goede vriend en imker Peter Bijpost. En uiteindelijk had Wout zijn eigen bijenvolkjes.
De bijendans
Twee van die bijenvolken zijn nu overgebracht naar Geestmerloo. In onze bijenkasten hebben zij elk een eigen broedkamer voor de koningin en haar larven. Zodra de bijen groot genoeg zijn, na ongeveer drie weken, vliegen ze uit. Een interessant proces: “Zij vliegen uit, scannen de omgeving en keren terug. Telkens gaan ze een stukje verder, tot ze de omgeving goed kennen en weten waar ze stuifmeel en nectar kunnen vinden. Ze werken dan dagelijks keihard. Tot wel drie kilometer ver. En ze keren altijd voor het donker wordt weer terug.”
Als ze dan ergens een fijne kastanjeboom of bramenstruik vinden, dan communiceren ze dat bij terugkeer in de kast via een zogenaamde ‘bijendans’. De anderen gaan daar dan ook naar toe. Bijzonder toch?! Wout: “Twee bijenvolken op één plek kunnen zo totaal andere honing produceren.”
Geestmerloo honing
Als de bloemen en bomen in de omgeving veel stuifmeel en nectar hebben, dus als de dracht goed op gang is, tussen mei en september, krijgt elke broedkamer nog een broedkamer. Daarna komt er een honingkamer bovenop. Hier kunnen alleen de werkbijen komen om honing op te slaan. Wout verwacht dat er zo’n 70.000 bijen een thuis kunnen vinden in elke bijenkast. Hoeveel honing daarbij hoort? “Dat is totaal niet te voorspellen, dat ligt aan zoveel factoren. Het weer bijvoorbeeld. Het liefst hebben we mooie droge dagen, afgewisseld met regen.”
IJverig en zachtaardig
De bijen op Geestmerloo zijn zachtaardig en ijverig van aard. Onder andere gaan we hier de zwarte bij vinden, een inheems Nederlandse soort. “Zij zijn vooral aan het werk en bezig met hun eigen ding. Ze kunnen tegen je aanvliegen en niet steken. Dat doen ze alleen als ze in het nauw zitten.”
Wist je dat?
- Bijen de kast niet uitkomen als de buitentemperatuur lager is dan 10 graden?
- Een bijenkoningin maar één vlucht in haar leven maakt? De zogenaamde parings- of bruidsvlucht..?
- Mannetjesbijen (‘darren’) alleen maar genen doorgeven en verder niks doen? De vrouwtjes (‘werksters’) vliegen uit en maken de honing.
- De vrouwtjes de mannetjes in september hun kop eraf bijten omdat zij geen functie meer hebben?
- Een bijenkast altijd een afdakje heeft, omdat het dan binnen droger blijft? En dat een grotere kans biedt op gezonde volken?
- Bijenkasten hard nodig zijn? In de vrije natuur zijn te weinig plekken waar bijenvolken zich kunnen nestelen.
- Alles dat bloeit is goed voor bijtjes: bloemen, struiken, bloesems, eenjarig goed. Dus zet vooral veel bloeiers in je tuin!
Proeven van de honing van Geestmerloo? Iedereen die hier een plek reserveert, krijgt een pot mee….
Geplaatst in Activiteiten, Alle berichten, Geestmerloo, Natuur, Nieuws